Deze nieuwsbrief gaat over een oude traditie die nog steeds ‘in leven’ wordt gehouden in “ons” dorp Ransdaal en over het scheren van koeien in de winter. Vroeger – ik spreekt over begin vorige eeuw – had elk huishouden wel een varken, koe of schaap in een stal staan. Tuinen bestonden niet, het lapje grond rond het huis moest opbrengen als moestuin en/of weide voor het vee. Op deze manier zorgde elk gezin voor de eigen consumptie van melk of vlees. ”Het was niet gek,” vertelde Zef, “dat er in het najaar bij een huis een dood varken onderste boven aan de ladder hing.” “Wij keken daar niet van op” het hoorde bij het leven.
Bij sterfte van het vee was dat voor een gezin een financiële strop. Zeker als het ging om een arm gezin dat totaal afhankelijk was van de zelfvoorzienende productie/voedsel-voorraad. Om dit probleem te verzachten werd er rond 1910 een veeverzekering opgericht. De veeverzekering zorgde ervoor dat je geld kreeg voor je zieke of dode dier zodat je in staat was om een nieuw jong dier te kopen. Met dit jonge dier kon je in de toekomst weer verzekerd zijn van melk en vlees. De melk werd ook gebruikt om boter en kaas te maken. Een zieke koe werd door de leden van de veeverzekering als “vrijbank” vlees verkocht. Ieder gezin mocht 5 tot 10 kg vlees kopen, een kleine hoeveelheid om te vermijden dat het gezin gespaard bleef van ziekten door de zieke koe. De keuringsdienst van waren bestond nog niet.
De veeverzekering bestaat nog steeds maar is geslonken tot 5 leden die allen op leeftijd zijn. Even het plaatje van de leden: voorzitter boer Frans (82) heeft geen vee meer, boer Jean (72) had melkkoeien maar heeft nu schapen, boer Harrie (64) heeft melkkoeien, Boer Giel (61) had melkkoeien maar heeft nu alpaca’s en boer Zef (61) heeft vleeskoeien. Eind januari is er een veeverzekering vergadering en dit loopt volgens een vast stramien. Eerst koffie en vlaai en wat “boerenklets” voordat voorzitter Frans de vergadering opent en de stand van zaken bespreekt.
In het voorjaar voordat het vee de wei in gaat, komen de boeren bijeen op elkaars erf om elk stuk vee naar “waarde” te schatten. Per dier tekent men de waarde in euro’s op. In de zomer herhaald zich dat om het jonge vee opnieuw te schatten. Zij zijn immers gegroeid en in waarde vermeerdert. Om de traditie in ere te houden blijven de deelnemers lid van de veeverzekering maar het is duidelijk dat de economische waarde nu nihil is, tegenover vroeger waar het van levensbelang was.
We scheren de koeien, pinken en kalfjes vanaf de hals in een lange baan over de rug tot en met de helft van de billen. Ook de staart maar we laten het uiteinde onaangeroerd, een flosje blijft over zoals op de kermis waar je als kind naar graaide voor een gratis ritje in de ‘rups.’ Vervolgens krijgen ze een product tegen luis, vlooien en schurft op de huid. Eenmaal klaar mogen ze een extra beurt onder de borstel om alle haartjes en stof te verwijderen. Geschoren kan de borstel de huid makkelijker schoon houden en masseren. Dat is de hemel op aarde voor ze!
Een groet vanuit “het hemelrijk”
Zef en Ingrid