De toekomst van het Hemelrijk - Bekijk de documentaire

Nieuwsbrief april 2020

10 februari 2021

Deze nieuwsbrief gaat over het leven op de boerderij. Over de voorvallen en gebeurtenissen met en rond onze veestapel. Gelukkig kunnen dieren geen coronavirus krijgen voorzover nu bekend. In tegenstelling tot waar wij mensen en de wereld mee kampen, is het momenteel voor de koeien en stieren een fijne tijd.

Een fijne tijd is het als het droog weer is, de zon schijnt maar niet te warm is en er heerlijk jong mals voorjaarsgras is om te eten. De kalfjes vermaken zich met het plagen van het eendenkoppel in onze poel. Nieuwsgierig als kalfjes zijn, lopen ze rond de vijver de eenden achterna net zolang totdat de eenden wegvliegen. Missie geslaagd, op naar het volgende vermaak! Zoals elkaar uitdagen voor een robbertje kopstoten uitdelen om te zien wie de sterkste is. Koeien zijn eigenlijk niet anders, ook zij vermaken zich tussen het grazen door.

Er is een dennenboom omgewaaid tijdens een van de stormen die we gehad hebben. De boom hangt en steunt tussen de overgebleven dennenbomen en dat is zeer interessant om tegen te duwen en wrijven. Vaak staan de koeien dichtbij elkaar met een clubje van tien of meer, waarop Zef en ik tegen elkaar zeggen: “Ah, ze zijn weer aan het vergaderen!”

Het is een plezier om de wei op anderhalve meter van ons terras te hebben. We kunnen ze als we pauze nemen, observeren en zij ons! Als ik in de tuin bezig ben – de draad grenst aan de tuin- komen ze zowat naast me staan. Ze weten dat het onkruid in hun wei belandt. Een lekker extra hapje gaat er altijd wel in!

Zoals ik al schreef, dieren hebben geen last van het coronavirus. Dit voorjaar hebben de pinken wel last van pinkengriep. Een pink is een koe of stier van een jaar oud. De symptomen zijn hoge temperatuur en snel ademen. Het is zeer besmettelijk en de veearts laten komen is noodzakelijk om de pinken in te enten. Zef heeft de opdracht om dagelijks de temperatuur te meten en medicatie te geven om de koorts te verlagen. Het verloopt jammer genoeg niet altijd succesvol. Dit voorjaar zijn er helaas twee pinken gestorven.

Als een dier dood is moet je dat doorgeven aan Rendac, organisatie die in Nederland de destructie verzorgd. Zij hebben een fijnmazig netwerk om dode dieren te verzamelen voor het destructiecentrum, het enige in Nederland, in Son. Het dode dier leg je onder plastic aan de kant van je erf om opgehaald te worden.

“Er gelden strenge wettelijke eisen voor het verwerken en onschadelijk maken van dierlijk restmateriaal. Het onschadelijk maken gebeurt door sterilisatie. Hierbij wordt het materiaal gedurende 20 minuten bij een temperatuur van 133º C en een druk van 3 bar behandeld. Door een constante bewaking van het productieproces zorgen we ervoor dat het dierlijk restmateriaal veilig en betrouwbaar wordt verwerkt. Daarnaast zorgen we ervoor dat er zo min mogelijk energie nodig is voor het productieproces. In de praktijk wordt er met onze eindproducten vier keer zoveel energie geproduceerd dan het proces vereist.

Met het verwerken van dierlijk restmateriaal worden biobrandstoffen geproduceerd voor afzet aan derden (energie- en biobrandstofproducenten). Uit de totale hoeveelheid van onze eindproducten wordt gemiddeld in de energiebehoefte van ongeveer 50.000 huishoudens voorzien. Hiermee is jaarlijks een CO2-besparing van meer dan 200.000 ton te realiseren.” (https://www.rendac.nl/)

Het is altijd triest als een dier dood gaat. We doen er alles aan om het te vermijden maar ook dat hoort bij het leven op een boerderij. Dood en geboorte kunnen plaats vinden op dezelfde dag! Gelukkig worden er meer kalfjes geboren dan dat er dood gaan. Het leven gaat altijd door…..

Veel gezondheid voor u en de uwen

Zef en Ingrid

‹ Terug naar het nieuwsoverzicht